www.flickr.com
Petra Bos' photos More of Petra Bos' photos

Wednesday, August 31, 2005

Klein drama

Vandaag was ik getuige van een klein drama. In de gracht achter ons huis woont een moederfuut met haar jong. Elke dag zie ik ze samen zwemmen. Moeder druk aan het vissen om baby fuut tevreden te houden. Soms dobbert baby fuut een rondje mee op moeders rug.
Vanmiddag zat ik in de woonkamer en werd mijn aandacht ineens getrokken naar het raam. In mijn ooghoeken zag ik daar snel iets naar beneden vallen. Toen ik opstond om te kijken wat er gebeurde, zag ik nog net een buizerd er vandoor gaan met in zijn klauwen, jawel... baby-fuut. Nu zwemt moeder fuut eenzaam en alleen in de gracht.

Er is ook goed nieuws. Ferdinand de Fazant, die woont aan de rand van de gracht, is terug van weg geweest. Mama, je krijgt de groeten van hem.

Wednesday, August 24, 2005

Auto te koop!


Auto te koop!
Originally uploaded by Petra Bos.

Wegens vertrek naar het buitenland: Toyota Yaris linea sol 1,0 1,6V VVTI

Bouwjaar: mei 2000
Kilometerstand: 68.500 km.
APK gekeurd tot: 18 mei 2006
3-deurs
Brandstof: benzine
Kleur: zilvergrijs metallic
Dubbele airbags, ABS, meegespoten bumpers, centrale deurvergrendeling met afstandsbediening, elektrisch bedienbare ramen, elektrisch bedienbare buitenspiegels, stuurbekrachtiging, ingebouwde radio met 4 speakers, buitentemperatuurmeter, in hoogte verstelbaar stuur, in hoogte verstelbare stoelen
Onderhoud uitgevoerd door Toyota-dealer.
In zeer goede staat. Auto en moter van het jaar 2000!

Vraagprijs: 7500 euro

Als je interesse hebt, kun je dat laten weten door een ‘comment’ onder dit bericht in te vullen.

Indrukken van China


Peking opera
Originally uploaded by Petra Bos.

Inmiddels ben ik weer veilig terug in Nederland. De laatste week in China heb ik doorgebracht in Beijing. Er was nog tijd voor enkele uitstapjes, zoals het oude zomerpaleis en de Ming-graven en er was ook nog wat tijd om te winkelen en te ontspannen.

De uitstapjes werden veelal met de chauffeur gemaakt. Hij was erg blij dat we weer terug waren van onze reis, want 2 weken vrij, dat vond hij maar niets. Nu was hij tenminste weer belangrijk. Hij had onze namen geleerd. ‘Calla’ en ‘Johan’ kende hij al en mijn naam werd ‘Petela’. Elke werd ‘Alke’. Erik werd ‘Jelleke’. We probeerden het hem nog makkelijk te maken door de moeilijke ‘r’ te vervangen door een ‘l’. Maar de gesprekken in de auto bleven hetzelfde: ‘Nee, E-lik’, Antwoord: ‘Ja, Jelleke’.
De chauffeur probeerde ook wat Engels te leren via een self-study DVD (volgens mij voor kinderen vanaf 3 jaar). In les 6 kwam de uitdrukking ‘old man’ voorbij. Er werd niet bij verteld dat de uitdrukking uit twee delen bestaat en het tweede deel een geslacht aanduidt. Ook werd er niet gezegd dat in de Engelse taal ‘oud’ geen teken van respect maar eerder een belediging is. Vanaf les 6 had ‘Calla’ dus nog een tweede naam erbij…
Ach, de man bedoelt het goed en we hebben in ieder geval wel lol gehad in die auto.

Als ik nu terug denk aan China zijn er een aantal dingen die opvallen die daar anders gaan dan in Europa:
- Men spuugt; eerst hoor je een vreselijk vies rochelend geluid en dan volgt er een klodder speeksel, deze klodder beland op straat, of op de vloer van de bus, trein, op iemand zijn voet… kan allemaal, even alles uitwrijven met de voetzool en men is weer vrij van al dat slijm in de mond-/keelholte
- Verkeersregels zijn zeldzaam, in ieder geval worden ze nauwelijks nageleefd, een rijbewijs kan je kopen, de vluchtstrook is een extra rijbaan –die tevens door de fietsers, riksjarijders en ezels met karren wordt gebruikt- deze rijbaan is erg handig als je snel een vrachtwagen rechts wil inhalen, nu maar hopen dat er geen fiets in de weg rijdt, in bochten inhalen is normaal, spookrijden ook de gewoonste zaak van de wereld. En de toeter is het belangrijkste onderdeel van de auto.
- In de grote steden zijn er daarentegen wel verkeersagenten die in de gaten houden of het stoplicht voor de voetgangers op rood of groen staat en dat dan weer doorgeven aan de voetgangers zelf (die kunnen natuurlijk kleurenblind zijn…). Ze letten er ook streng op of hun aanwijzingen wel worden opgevolgd. Je moet toch wat verzinnen om Melkert-banen te creëren.
- Een bus is pas vol als hij ook echt vol is. Op de achterbank kan makkelijk iemand extra zitten, beetje inschuiven. Kinderen kunnen op schoot. In het middenpad kunnen nog een x aantal visserskrukjes worden geplaatst en voorin kunnen mensen staan. Pas als al deze plaatsen zijn opgevuld begint men aan de busrit die afhankelijk van de bestemming makkelijk zes uur kan duren. Ik heb niemand horen klagen dat ze 6 uur op een visserskrukje moesten zitten op hobbelige wegen. Maar misschien komt dat wel omdat ik het toch niet versta.
- Men houdt van schoonmaken en vies maken. Schoonmaken op eigen terrein, vies maken op andermans of publiek terrein. Zo kan het gebeuren dat een busbeheerder (een van de extra personeelsleden (soms zijn er wel 4) op een bus, die zijn aangesteld om passagiers te ronselen, de plaatsen te verdelen, geld te innen en de bus schoon te houden) alle rotzooi van de grond netjes opraapt en ergens naar buiten brengt. Hij is hier even mee bezig, want Chinezen houden ook van zonnebloempitten en doppinda’s en wat is nou leuker om de tijd in zo’n bus te doden dan een paar van die nootjes open te maken en ja… je moet die schillen ergens laten. Als het busmannetje klaar is, kan hij aan zijn eigen maaltje beginnen, om vervolgens zijn eigen waterflesje of maïskolf uit het raam naar de andere weggebruikers te gooien. Op de straat is dan weer een ander personeelslid aangesteld om de waterflesjes en maïskolven aan de kant te vegen en weer ergens anders heen te verplaatsen.
- Een paraplu is erg handig. Je kan hem gebruiken voor de regen, voor de zon, of als herkenningspunt voor de gids in een reisgezelschap. In het laatste geval moet het wel een opvallende paraplu zijn (bijvoorbeeld met een vlaggetje er boven op) anders valt hij niet op tussen de vele ‘gewone’ paraplu’s. Het is jammer dat de meeste Chinezen korter zijn dan wij. Daar komt nog eens bij dat de Chinezen niet hebben geleerd om op drukke plaatsen (overal in China dus) rekening met anderen te houden. Het gevolg is dus dat er regelmatig een punt van een paraplu in je oor zit, of in je oog, of op andere ongewenste plaatsen. Ook komt het vaak voor dat er een Chinees (met of zonder paraplu) ineens tussen jou en het informatiebord, dat je aan het lezen was, in staat.
- Chinezen houden van herrie maken. Ze praten niet, maar schreeuwen. Om het geschreeuw te overstemmen, hebben veel gidsen een megafoon. Soms doen ze een wedstrijdje wie het hardst kan en staan er vier gidsen op een rij, ieder naar hun eigen groep te schreeuwen. Soms heb je pech; de Chinees die tussen jou en het infobord gaat staan, blijkt een gids te zijn, compleet met luxe-uitvoering paraplu met vlaggetje en megafoon en gevolgd door een horde paraplu-dragende volgelingen. Je bent omsingeld!
- De meeste Chinezen gebruiken het openbare toilet. Om dit te beschrijven wil ik een stukje citeren van Michel van Velde uit het boek ‘Bestemming Beijing’ (aanrader!). “Als we het toilet inlopen, zijn we opgelucht om hokjes te zien. Deze keer hangt er geen zware urine- of poeplucht en we kunnen rustig onze gang gaan. Maar als we de hokjes betreden zien we dat dit weer een ander type toilet is. Er loopt een open geul met water onder alle hokjes door, bedoeld om je behoefte in te deponeren. Het water stroomt van hokje 1, onder hokje 2 door, naar de volgende hokjes, onderweg netjes alle uitwerpselen van de voorgaande hokjes meeslepend. Laat ik nou net het laatste hokje uitgekozen hebben. Daarnaast blijkt de geul niet bestemd te zijn voor Hollandse producties. Zijn de Chinezen goed in het bouwen van piramides, de Nederlanders bouwen dijken. Ik blijk de hele Zuiderzeekering te hebben nagebouwd want als het zaakje van een Chinees in een hoger gelegen hokje wordt meegesleurd door de stroming, blijft het precies onder mij steken. Kokhalzend probeer ik niet naar de stomende massa beneden me te kijken. De waterkering is zo goed dat ik me moet haasten om me uit de voeten te maken, voordat de toiletgeul overstroomt. Gelukkig ben ik net klaar en spring ik zonder mijn broek dicht te knopen het hokje uit. Een schoonmaker staat me suf aan te kijken als ik mijn rits dichtdoe en moeilijk naar het hokje kijk. ‘Eh mister, er is een watersnoodramp aan de gang!’” Bedankt Michel, voor deze smakelijk doch illustratieve anekdote.
- Kinderen gebruiken het openbare toilet meestal niet. Zij hurken gewoon op straat. Midden in een drukke winkelstraat, of in een trein op het bed van een andere passagier (dat heb ik van horen zeggen en gelukkig zelf niet gezien). Als het kind klaar is met de grote behoefte, zoekt hij een paar stenen, loopt naar oma, die met de stenen de billen schoon schuurt en de broek weer voor hem optrekt. Bij de hele kleintjes hoeft dat broek optrekken niet eens, want die hebben een luxe broek met gat erin zodat hij niet eens omlaag hoeft.
- Op elke straathoek stinkt het anders; soms zijn het de kolen, soms het openbare toilet, soms het eten, soms de slachterij, dan weer uitlaatgassen, maar meestal heb ik geen flauw idee wat de geur veroorzaakt. Na een paar dagen ben ik gestopt om te proberen geuren te identificeren aangezien dit onbegonnen werk was.
- Mensen zijn ontzettend behulpzaam. Als je verdwaalt bent, moet je soms even wachten, maar na een paar minuten komt er altijd een Engels-sprekende Chinees die vraagt of hij kan helpen. En als er geen Engels-sprekende Chinees voor handen is, dan wordt hij gezocht en gehaald.

Tegenover al deze bijzondere gewoontes staan gelukkig ook genoeg bijzondere bezienswaardigheden. Volop tempels, bergen, grotten, kloosters, moskeeën en andere indrukwekkende dingen maken een reis door China zeker de moeite waard. En dit alles samen zorgt voor een onvergetelijke ervaring!

Wednesday, August 17, 2005

Two weeks of traveling through China


Yungang Caves
Originally uploaded by Petra Bos.

Hello there. I just got back in Beijing from two weeks of backpacking with my parents. The impressions of those two weeks use quite a lot of space on my internal hard disk. Of course I want to share some of those impressions with you in words and pictures. But it’s too much to write a complete travel diary. I decided to write separate articles about a couple of the most interesting parts of the journey. This way you don’t have to read a long never-ending story and you can decide to read just one or two of the articles which you like (or all, if you are a fanatic!). Some of the articles are Dutch, some are English, this to make it a bit more enjoyable for my British and Trinidadian readers. The pictures of course are multilingual… you can even see them in Chinese.

Thousands of soldiers


Terracotta leger
Originally uploaded by Petra Bos.

Once upon a time, about 2200 years ago, there was an emperor. This emperor was convinced that after this life, there would be another life. To make sure this next life would be pleasant, he started to build a home for him to live in, when he was 13 years old. Of course he did not do the building himself. He employed about 60.000 of his citizens to ‘voluntarily’ do the building for him. This emperor liked a spacious home with all kinds of luxury. So his mausoleum became 150 meters high and all luxuries, like golden and silver statues, precious stones and even a river, were present. There were also some separate tombs for all kinds of animals to make the next world a little bit more lively.
To make sure the emperor would be safe in his new world, an army was prepared to be buried besides the emperor’s mausoleum. The army consisted of over 10.000 life-sized terracotta soldiers! Each one of them with it’s own unique face! Most of the soldiers had real bronze weapons. Some 35 horse-drawn carriages accompanied the soldiers.
The emperor died at the age of 40. The work was not yet completed. His eldest son became the next emperor. The new emperor obeyed his fathers orders and buried him is his brand new mausoleum. To accompany the emperor into his new life, most of his wives and officers were buried with him, some alive, some were killed first. The new emperor ordered also for his younger brothers and sisters to be buried jointly with their father, some dead, some alive. This old emperor must have loved himself very much!
The old emperor and his accompanies remained buried in their new world until 1974 when some local farmers were digging a waterhole and they found out about the terracotta army.

Een stukje Tibet buiten Tibet


Tibetaanse klederdracht in Xiahe
Originally uploaded by Petra Bos.

Onze bestemming is Xiahe. Om daar te komen, zijn we wel even onderweg. Eerst een volle nacht in de nachttrein. Gelukkig is deze voorzien van alle luxe, de treinen in China zijn alles behalve ouderwets. De volgende dag gaan we op weg met de bus. De weg is grotendeels onverhard en het heeft nogal geregend. Grote stukken zijn veranderd in modderpoelen, soms met plassen tot kniehoogte. Ik vraag me steeds af, wat ik zal doen als het busje eindelijk vast komt te zitten. Ik heb geen zin om op mijn nieuwe Chinese Teva-look-a-like’s door deze modderbende te banjeren. Maar ja, als het moet, dan moet het. Gelukkig valt het allemaal mee en komt het busje wonder boven wonder weer door elke plas en modderpoel heen. Na zes uur hebben we onze bestemming bereikt, het dorpje Xiahe, een stukje Tibet buiten Tibet.

Het dorp bestaat uit drie delen. We bezoeken eerst het Tibetaanse dorp. De wegen zijn ook hier onverhard en bestaan uit modderpoelen. In de modderpoelen snuffelen wat hangbuikzwijnen rond. Af en toe komt er met veel gepruttel een gemotoriseerde driewieler voorbij geploeterd. Voor de huisjes zitten oude mannetjes met brillen met jampotglazen een spelletje kaart te spelen. Een jongetje racet met zijn crossfiets door de bende en kijkt lachend naar ons op. Aan de overkant is een groepje vrouwen bezig met de aanleg van een open riool. Ze proberen met veel moeite een kruiwagen om te keren. Een paar Boeddhistische monniken proberen hun voeten en rode gewaden droog te houden en springen van steen naar steen.
De mensen hier zien er echt Tibetaans uit. Vooral de vrouwen hebben verweerde gezichten met veel rimpels en een bloedrode blos op hun wangen. Ze hebben dikke vlechten en dragen op hun rug een dik ingepakt kind. Alleen de billen van het kind zijn bloot, zodat het geen gedoe geeft als hij zijn behoefte wil doen.
De mensen zijn zo ontzettend vriendelijk. De een geeft een nog grotere glimlach en een enthousiaster ‘hello!’ dan de ander. De kinderen zwaaien uitbundig en lachen volop als je ze een foto van hun zelf laat zien. Leve de digitale camera!

Het middelste deel van het dorp Xiahe bestaat uit het gigantische Labrang klooster. Dit is het grootste Tibetaanse klooster buiten Tibet. Er wonen een paar duizend monniken en wordt dagelijks bezocht door nog een paar honderd Tibetaanse pelgrims. Overal zien we monniken in hun prachtige gewaden. Ze zijn er in alle soorten en maten. Een oude monnik die bij de ingang van een tempel wat ligt te dutten, een monnik van middelbare leeftijd die op straat zijn gewaad aan het schoon schrobben is en een spoor van rode verf achter laat en een groepje jonge monniken van een jaar of 6 die een partijtje voetbal spelen op straat.
En dan heb je nog de biddende monniken. We bezoeken de verschillende tempels en maken een dienst mee. Een groot deel van de monniken zit op een geel kussen te zingen en te bidden. De voorganger zit vooraan met zijn gele muts op zijn hoofd. In een andere ruimte maken een paar oudere monniken muziek door op verschillende trommels te slaan. Een paar anderen offeren een Boeddhabeeld wat kaarsen gemaakt van yak-boter. Een andere monnik offert wierook.
Rondom het klooster loopt de pelgrimsroute. De route is maar liefst drie kilometer lang! Langs een groot deel van de route staan gebedsmolens. In een continue stroom komen de pelgrims hier voorbij, ze draaien met hun rechterhand aan de molens. Sommigen hebben in hun linkerhand een gebedssnoer, anderen een losse gebedsmolen, weer anderen een kind en nog weer anderen een wandelstok. Sommige van de pelgrims knielen uitgebreid op de grond. Dit knielen gaat zo diep, dat ze uiteindelijk plat op hun buik liggen. Een pelgrim zien we elke meter opnieuw zo’n knieling maken en als we drie uur later terug komen, is hij zo’n honderd meter verderop bezig met zijn knielingen. Nog maar 2,5 kilometer te gaan!

Het laatste deel van het dorp bestaat uit het Chinese deel. Dit is het handelsgebied van het dorp. Hier zijn de winkels en restaurants. Iedereen komt hier samen. Chinezen, Tibetanen, Mongolen, monniken en ook een handje vol toeristen. In dit deel ligt ook de Moslimwijk. Als we een steegje inlopen om het Chinese dorpsleven te bekijken, komt een gesluierde vrouw naar ons toe. Ze wijst ons de weg naar de moskee en gebaart dat we best foto’s mogen maken.

Xiahe ligt op ongeveer 3000 meter hoogte. We maken een fietstocht door de omgeving hier. Eerst komen we door akkerbouw gebied. Vrouwtjes zijn met een sikkel het graan aan het binnen halen. (Waarom doen de vrouwen hier elke keer weer het zware werk?). Mannen komen voorbij geracet op hun motor of geprutteld op hun driewieler. In het bakje van een van de driewielers zitten een paar monniken, die vrolijk zwaaien. Een ezel trekt een kar met het net binnen gehaalde graan. Een andere kar wordt (wederom) door een vrouw getrokken, twee kinderen verschuilen zich tussen de oogst en roepen een vriendelijk ‘hello’ als ze ons zien. Op de weg ligt het stro te drogen waar het verkeer al slalommend omheen snelt. In de berm van de weg is de Moslim imker bezig met zijn korven en wordt de honing aangeboden in de afgedankte cola- en waterflesjes.
Als we hoger komen zien we de graslanden en de yurts. Dit zijn Mongoolse tenten waar de nomaden in wonen. Naast de yurts grazen de paarden, die door de Mongolen nog veel als transportmiddel worden gebruikt. Langs de kant van de weg groeien de mooiste wilde bloemen en een paar vlinders fladderen voorbij. Wat een plek is dit zeg!

Backpacking through China


Tijd voor een nieuwe bril?
Originally uploaded by Petra Bos.

Backpacking in Australia… no worries, mate! Backpacking in China… a little bit more difficult. But also more adventurous!

The first hazard is the language problem. Most Chinese people speak no more English then ‘Hello’. But communicating with hand signs is also a good and funny experience!

Buying a train ticket is an adventure in its own. If you find somebody who speaks English and explain where you want to go, they almost always say: ‘That’s not possible. You’re too late, you’re too early, trains don’t run, tickets are sold out… it’s not possible.’ At that time you decide to go to train station and find out for yourself. And there you are… in this giant ticket hall. You can barely hear yourself talking because of the noise the Chinese make. The only thing you see are Chinese characters on the signs and long lines in front of every desk. When you’re standing there, clearly lost, all of a sudden an old man comes up to you and asks in English whether he can help you. You tell him where you want to go and he says… ‘it’s not possible, you’re to late’…
In the mean time a crowd has gathered around you and everybody is staring at you. You feel like you’re a monkey in the zoo. Poor monkey! You feel even more lost and you give the old man a said look. He asks a second opinion from a security guard. He gives you the same answer. But you won’t give up that easy. You pressure the old man a little bit more and he decides to go to one of the ticket desks with you. Maybe they make exceptions for foreigners…
You are at the desk and let the old man do the talking for you. Two minutes later you have the tickets you wanted… no problem! You thank the old man and walk out of the train station feeling like you’re at the top of the world. But then you have to explain the taxi driver where you want to go next….

Money is a second hazard. This is the land of cash money! No ATM’s, no bankcards, no cheques or credit cards… credit cards, what’s that?
We’re in a 3 million citizen city. We’re going to the airport. The airport is an hour drive out of the city. We pay the taxi-driver, cash of course, and walk into this hypermodern new airport. We want to buy a ticket out of here. We’re not picky, it doesn’t really matter to what destination, we have a couple of options. It’s still early and we’ve got the entire day. This should be easy. Inside the departure terminal we see a big booking office. We walk up there and ask for a ticket to one of our destinations. The lady behind the desk doesn’t speak English. We ask her for an English speaking colleague. It turns out that none of the booking office staff speaks English. An English speaking passenger decides to help us. He asks for our tickets. A ticket for today is not possible. The passenger suggest we ask for a second opinion. So this is what we do. At another booking office, again nobody speaks English, and again, a passenger helps us. A ticket for tonight is no problem. But you have to pay cash, no credit card, no bankcard (not even my dad’s Chinese bankcard) and no foreign currencies. We don’t have enough cash to pay for the ticket, so we ask for an ATM. No cash machine at this airport. Around the airport? Maybe near the hotels? No ATM’s. So, where is the closest one? In the villages or suburbs around the airport? No, the nearest one is in the city centre. We ask again for a second opinion and we get the same answer. The only option we have now is to go back into a taxi for one hour and get money from an ATM in the city centre. It’s a scenic road back to town, but we had not planned to see it twice.

But backpacking through China is not only trouble. People are friendly. And when you look lost, somebody always comes up to you and tries to help you. It may take some time, but indeed, someone will try to help. Even cars may stop to help you.
It’s all part of the adventure! And I didn’t even tell you about ordering your food in a restaurant….

Nog een paar hoogtepunten


Hua Shan
Originally uploaded by Petra Bos.

Nog een paar laatste hoogtepunten om het reisverslag iets completer te maken:
- In een tempel op een heilige berg lopen we wat rond tussen de gebouwen door. We komen uit bij de keuken en eetzaal van het complex. Hier zijn de nonnen bezig met de afwas en de bereiding van de volgende maaltijd. De tafel in de eetzaal is gedekt voor meer dan 300 mensen. We raken aan de praat met de nonnen die gember aan het wassen en schillen zijn, ze nodigen ons uit voor de lunch. Maar we hebben geen honger. ‘Dan moeten we morgen maar voor het avondeten komen’, zeggen ze. Later op de dag lopen we door een straatje verderop in het tempelcomplex. Een non komt op me af en probeert haar hoed op mijn hoofd te zetten. Ze gebaart dat ik aan het verbranden ben en de hoed nodig heb als zonbescherming. Met aardig wat overredingskracht lukt het me om de hoed terug op haar hoofd te zetten en haar duidelijk te maken dat ik me in zal smeren met zonnebrandolie.
- We bezoeken een hangend klooster. Dit klooster is 1500 jaar geleden gebouwd aan een verticale rotswand op maar liefst 100 meter van de grond!
- We bezoeken grotten vol met Boeddhistische kunstwerken. De grotten zijn 1500 jaar geleden door mensen uitgehakt en alle standbeelden zijn ook uit de rotsen gehakt. Er zijn ongeveer 40-50 grotten met maar liefst 50.000 standbeelden! Elk stukje van de grotten is benut, kleine Boeddha, grote Boeddha en nog een Boeddha! Ongelofelijk…
- We beklimmen een heilige berg (nou ja, het grootste stuk doen we met de kabelbaan, maar er blijft genoeg te klimmen over) met een schitterend uitzicht. Hiervan kan ik eigenlijk niet meer zeggen, dan kijk naar de foto’s!
- Het historische stadje Pingyao is geheel omringd met stadsmuren. Het oude centrum hangt vol met lampionnen. Overal zijn huizen met prachtige courtyards, die ook weer vol hangen met lampionnen.

Monday, August 01, 2005

Fietsen door Peking


In de tuinen van de tempel
Originally uploaded by Petra Bos.

Ni hao!
Al fietsend door Beijing bezoeken we weer de nodige bezienswaardigheden. We maken een stop bij de prachtige lamatempel. Een tempel bestaat hier niet uit 1 gebouw, maar meer uit een soort complex met tuinen en veel kleine tempels. Deze lamatempel is een belangrijk boeddhistische tempel die ook veel Chinese bezoekers trekt. Er wordt volop geofferd, met name wierook. Het is blijkbaar effectiever om Boeddha hele bossen wierook tegelijk aan te bieden dan elke keer 1 stokje. Ook moet je in elk gebouw minstens drie verschillende geuren aan Boeddha aanbieden, als je dan nog wat fruit of alcohol geeft, is hij helemaal tevreden.
Achter in de tempel staat een Boeddha beeld van maar liefst 18 meter hoog. Ook staat het beeld nog 8 meter diep in de grond. Volgens het bordje ernaast is het beeld uit 1 blok hout gemaakt!

We stoppen ook bij de tempel van Confucius en bij de Bell en Drumtowers. Deze torens werden vroeger gebruikt om de tijd bij te houden. Elk half uur wordt er met een muziekspel aangegeven hoe laat het is. Om half vier is het tijd voor het trommelspel. Er staan maar liefs 25 trommels. Nu wordt er op vijf daarvan gespeeld. Dit is al indrukwekkend, laat staan als ze op alle 25 tegelijk zouden spelen!

We fietsen nog een stukje door de Hutongs en langs een meertje waar volop met bootjes wordt gevaren. Dan besluiten we terug te gaan richting huis.

Onderweg zien we weer volop hoe deze stad in beweging is. Overal staan kranen, overal wordt gebouwd en worden gebouwen gesloopt. Ook 's avonds en 's nachts gaan de bouwwerkzaamheden gewoon door. En zondag... wat is dat?

Mogelijk hebben deze drukke werkzaamheden met de voorbereidingen voor de Olympische Spelen van 2008 te maken. De Spelen leven hier al volop. De souvenirs worden overal aangeboden. En op een groot bord bij het Tiananmen plein stond deze week dat het nog 1104 dagen was tot de spelen.

De volgende dag bezoeken we de Temple of Heaven. Deze tempel is gelegen in een mooi groot park. Helaas is het hoofdgebouw van de tempel afgesloten voor restauratie. Wel zien we verschillende bijgebouwen en de tuin. In de tuin zie je op verschillende plaatsen mensen muziek maken en zingen. Een stukje verderop wordt een spelletje kaart gespeeld, nog iets verder wordt aan domino gedaan. Ook wordt er Tai Chi geoefend en er wordt volop gevliegerd. Op een bankje ligt iemand te slapen.

Dit zijn trouwens beelden die overal terug komen in Beijing. Mensen die liggen te slapen op een muurtje of op hun bakfiets. Groepjes, wat oudere mensen, die spelletjes spelen. Mensen die gewoon op een muurtje om zich heen zitten te kijken... geen haast.

De mensen zijn ook bijzonder gekleed. Onder een kort rokje horen zeker open schoenen met daarin kousjes die tot halverwege de kuit reiken. Tegen de zon beschermen is een vereiste, dus een zonneklep die het hele gezicht bedekt is geen overbodige luxe en handschoenen zijn ook zeer handig. Als de mannen het warm krijgen dan is het zaak om de kleding wat te verminderen. De makkelijkste manier om dit te doen is door het hemd of shirt op te rollen tot onder de oksel, zo krijgt de buik in ieder geval wat lucht!

www.flickr.com
Petra Bos' photos More of Petra Bos' photos